Iedere week schrijft een speler of speelster van Ajax een column voor de Ajax Nieuwsbrief. De internationals Jasper Cillessen, Daley Blind, Daphne Koster en Claudia van den Heiligenberg wisselen elkaar telkens af. Deze week is het de beurt aan Claudia van den Heiligenberg.
Op dit moment ben ik met het Nederlands elftal op Cyprus. We doen daar mee aan een internationaal toernooi. Het blijft mooi om met Oranje op pad te zijn. Ga maar na: tien dagen lang in perfecte weersomstandigheden trainen en mooie wedstrijden spelen. Gelukkig kan ik dergelijke trips goed combineren met mijn werk bij de politie en Ajax. Ik ben namelijk een van de topsporters die van de topsportregeling gebruik mag maken. Dat betekent dat ik de helft van mijn 36-uren contract aan mijn sport mag besteden. Voor mij als topsporter is dat ideaal.
Dankzij de topsportregeling kan ik tijdens mijn voetbalcarrière eigenlijk min of meer parttime werken in een fulltime baan. Een ideale situatie. Ik doe veel werkervaring op, maar ik kan me tegelijkertijd ook honderd procent op mijn sport focussen. Voetbal staat, ook bij mijn werk, op 1. Het is prettig dat een werkgever daar in meedenkt en me daarin zelfs stimuleert. Ik hoef me nooit te excuseren als ik zoals nu bijna twee weken in het buitenland zit met het Nederlands elftal. Het is bijzonder prettig dat ik mijn werkgever periodiek mijn voetbalrooster kan laten zien zonder dat ik me daar druk over hoef te maken. Dat geeft veel rust.
Claudia van den Heiligenberg maakt deel uit van de Politie Topsport Selectie. Foto: www.politietopsportselectie.nl.
Er zijn meer topsporters die van de topsportregeling gebruik maken. Sanne Keizer (beachvolleybal) en Teun Mulder (baanwielrennen) zijn enkele bekende voorbeelden van sporters die net als ik werk en sport op een aangename manier kunnen combineren. We zijn destijds door NOC*NSF als topsporter aangewezen. Vervolgens ben ik vier jaar geleden voorgedragen bij de topsportselectie van de politie en heb daar na mijn sollicitatie uiteindelijk mijn huidige baan gekregen. Omdat ik het vroeger als speelster van AZ ook anders heb meegemaakt, waardeer ik mijn kantoorbaan bij de politie extra. Destijds werkte ik 38 uur per week en moest ik daarnaast zes keer trainen. Bij duels van Oranje moest ik onbetaald verlof nemen. Af en toe vraag ik me nog weleens af hoe ik dat toen allemaal heb gedaan. Zowel fulltime werken als sporten gaat niet samen. Misschien was ik toen ook wel niet zo goed als nu. Dankzij de huidige randvoorwaarden bij mijn werk – en zeker ook bij Ajax – kan ik maximaal presteren op het voetbalveld.
Helaas heeft de topsportregeling in Nederland geen toekomst. Defensie is er al een tijdje mee gestopt en ook de politie neemt vanwege een reorganisatie geen nieuwe topsporters meer aan volgens die regeling. Gelukkig mogen de huidige topsporters, onder wie ik, wel bij de politie blijven werken volgens de voorwaarden van de topsportregeling. Ik vind het jammer dat het de (toekomstige) topsporters in Nederland heel moeilijk wordt gemaakt. Het merendeel van hen wordt niet echt geholpen om werk of studie en een topsportcarrière te combineren. Zowel tijdens als na je actieve loopbaan als topsporter kan wat hulp vanuit de overheid of werkgever erg welkom of zelfs noodzakelijk zijn. Volgens mij is dat niet heel veel gevraagd aangezien heel Nederland tijdens de Olympische Spelen of andere grote sportevenementen voor de buis zit. Goede topsporters zijn dus heel belangrijk voor Nederland. Maar om tot dergelijke prestaties te komen, moet een topsporter jarenlang veel (financiële) offers brengen. Dat wordt wel eens vergeten.
Jammer genoeg bekijken veel bedrijven het (mede door de economische crisis) puur zakelijk: als jij de helft van je tijd aan je sport besteedt, kost het de werkgever geld. Er wordt naar mijn idee te weinig naar de voordelen gekeken. Een topsporter in je bedrijf kan namelijk juist een positieve uitwerking hebben. Kijk bijvoorbeeld naar de politie. Daar gaat het ook om werken in een team, discipline, sporten, mentaliteit en een gezonde levensstijl. Werken bij de politie kan wat dat betreft ook topsport zijn. Vanuit mijn ervaring probeer ik daar binnen mijn korps een bijdrage in te leveren. Zo is er mede dankzij mijn inbreng onlangs een politie elftal voor vrouwen ontstaan. En dat terwijl er lange tijd alleen een mannenvoetbalteam was. Ook dat is weer een mooie stap voorwaarts voor het vrouwenvoetbal.
Mijn collega’s volgen mijn sportieve prestaties op de voet. Je merkt dat Ajax en Oranje erg leven binnen mijn korps. Het was dan ook mooi om te zien dat veel van hen vorige week op de tribune zaten bij onze allereerste wedstrijd in de Amsterdam ArenA. Ik heb in verschillende stadions gespeeld, maar die kunnen allemaal niet aan de ArenA tippen. Helaas verloren we met 0-1 van FC Twente, maar ik denk dat we zeker aan klantenbinding hebben gedaan. Dat geldt zeker voor een hele groep meiden van mijn eerste club SV Alkmania. Ze waren speciaal voor mij naar de ArenA gekomen. Ik weet zeker dat we ze na afgelopen week nog vaker bij Ajax gaan zien. Hopelijk komen zij en veel andere Ajax-fans op vrijdag 21 maart naar onze thuiswedstrijd tegen het sterke Standard Luik. Want hoewel we tegen Twente verzuimden om op een gat van vijf punten te slaan, kunnen we over twee weken een goede slag slaan tegen onze andere concurrent. De steun van een volgepakt sportcomplex de Toekomst kan ons daar goed bij helpen.